Ik ben een planner. Ik heb bij het opstaan ‘s ochtends al voor ogen wat ik ga doen die dag, wat ik af wil hebben en vaak zelfs al hoe ik dat ga doen. Dat betekent ook dat ik van vaste patronen en ritmes houd. Hoewel ik soms wel eens probeer me (echt) flexibel op te stellen ben ik er al lang achter dat dit niet bij me past. Ik ben gewoon zo’n type die een plan a, b en c heeft voor bijna alles wat hij doet in zijn leven. Is niet zielig hoor, sterker nog, volgens mij is het een milde aandoening die enorm handig is om je leven en werk georganiseerd te krijgen en te houden.
Zo’n planning is vaak ook onbewust, ik koppel dat ook aan hoe het dagritme er uit ziet. Een weekend heeft een ander dagritme dan een doordeweekse dag, een vrije dag wijkt weer af van een werkdag. Twee keer per jaar echter wordt dat ritme een beetje in de war gegooid want dan klooien we als land, als mensheid met een fundamentele constante waar ik nou eenmaal mijn ritme en planning op baseer: de tijd.
Vannacht is het dus weer zo ver en gaat de zomertijd in. Precies om 02.00 uur gaat de klok een uur vooruit en wordt het 03.00 uur. Het is niet zo dat ik dan ineens rechtop in bed zit uit verontwaardiging van die diefstal van dat uur (ik ben voornemens zometeen diep in slaap te zijn). Maar ik merk het wel de dagen erop. Het prille daglicht dat ik maandagochtend om 6 uur zou moeten zien is er ineens niet meer. Dat komt pas een uur later. ‘s Avonds gaan ineens de kinderen naar bed toe terwijl het nog volop licht is buiten. Een breuk in het ritme die niet heel geleidelijk is gegaan zoals normaal maar waar ineens een sprong gemaakt is. Je moeten aanpassen aan nieuwe spelregels terwijl je het spel aan het spelen was. Het voelt bijna oneerlijk aan.
Misschien moet ik maandag maar eens een uurtje later naar werk gaan.
Afbeelding © magann / Stockfresh#
Je reageert op je eigen blog met een link naar je eigen blog? Eh…die zomertijd hakt er bij jou inderdaad hard in.
Oh, vandaar. Het idee is wel slim, de uitvoering iets minder. ;-)